chantal akerman

Chantal Akerman: op het raakvlak van fictie en realiteit

Film, televisie, tekst en installatie: multidisciplinariteit is een kenmerk van het werk van Chantal Akerman. Vanaf haar eerste film in 1975  speelde de Belgische cineast, schrijver en kunstenaar met het vervagen van de grens tussen fictie en realiteit. Bozar wijdt een overzichtszichtstentoonstelling aan haar, die later in aangepaste vorm te zien zal zijn in het Jeu de Paume.

TEKST: Jean-Marc Bodson

In de jaren 50 en 60 gingen tal van fotografen zich toeleggen op de film, denk aan Agnès Varda, Robert Frank, William Klein en Stanley Kubrick. Het omgekeerde, regisseurs die een fototoestel ter hand namen, zag je zelden. In de toenmalige context zou dat ook een verandering van paradigma zijn geweest: van fictie naar documentaire, van filmkunst naar toegepaste kunst. In zekere zin zou men dat zelfs als een achteruitgang hebben gezien.

De overzichtstentoonstelling die Bozar momenteel wijdt aan Chantal Akerman (1950-2015) stelt haar voor als een cineast, schrijver en kunstenaar. Niet als een fotograaf, en terecht, aangezien er in musea en galeries nog tot de jaren 2000 een strikte scheiding bestond tussen documentaire- en plastische fotografie. Eén generatie later ontdekken we dat Akerman de scheiding tussen die visueel verwante media toen al had doorbroken, ongetwijfeld met haar films, maar ook en vooral met haar video-installaties.

In 1975 lanceerde de Belgische Jeanne Dielman, 23 quai du Commerce, 1080 Bruxelles, een dramafilm over een weduwe die zich moet prostitueren om haar zoon eten te kunnen geven. Haar dagelijks leven wordt erin beschreven aan de hand van haar menu. Met die film oogstte Akerman ruime internationale erkenning. Toen al deed ze de grens tussen fictie en het vastleggen van de realiteit vervagen. Hoewel het scenario tot in de kleinste details was uitgeschreven en de rollen werden vertolkt door één vrouwelijke en vier mannelijke acteurs, krijg je toch de indruk dat het om het échte leven van een vrouw gaat. De film deed de kijker dan ook nadenken over het leven van ‘echte’ vrouwen, niet die van de traditionele cinema, maar met de kracht van een rechtstreekse inkijk eigen aan een documentaire.1

In haar bijdrage tot de tentoonstellingscatalogus schrijft kunstenaar Sharon Lockhart: “Chantal Akerman laat zien dat haar fictieve werk een plaats en een acteerspel documenteert.ˮ Dat geldt niet alleen voor deze film, maar bijvoorbeeld ook voor Les Années 80 (1983) en Histoires d’Amérique (1989).

Ze benadrukt ook dat het succes van deze onderneming niet in de laatste plaats te danken is aan de gedeelde passie van een klein maar zeer hecht team, met als onmisbare steun Audrey Vrydags, directiemedewerker, en Célestin Pierret, regisseur, beeldhouwer en galeriehouder, aan het roer van de Brusselse galerie La Part du Feu. Samen zorgen ze voor het beheer van de ruimte, maar ook het onthaal van de bezoekers die, afhankelijk van hun verwachtingen, een min of meer gedetailleerde toelichting krijgen bij de tentoongestelde kunstwerken.