Gaston Bertrand

Gaston Bertrand: op zoek naar de waarheid

Gaston Bertrand was medeoprichter van de groep Jeune Peinture Belge. Zijn oeuvre situeert zich tussen abstract en realistisch. Hij heeft zijn stempel gedrukt op de Belgische kunst van de 20ste eeuw door een persoonlijke picturale benadering geïnspireerd door het landschap, de architectuur en de menselijke figuur, voortdurend gedeconstrueerd en gegeometriseerd. Een tentoonstelling in Musée L is een gelegenheid om zijn nalatenschap als schilder en zijn marktwaarde onder de loep te nemen.

TEKST: Christophe Dosogne

Gaston Bertrand (1910-1994) heeft de moderne Belgische kunst enorm verrijkt met zijn gevoel voor strenge, ordelijke constructie. In de loop van zijn unieke carrière ontwikkelde hij geleidelijk aan een stilistische uitpuring die nauw aansloot bij zijn visie op de buitenwereld. Nadat hij avondlessen had gevolgd aan Sint-Lukas Brussel, ging hij in diezelfde stad studeren aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten, waar hij les kreeg van Anto Carte, en vervolgens aan de academie in Sint-Joost-ten-Node. Daar raakte hij bevriend met de schilders Anne Bonnet en Louis Van Lint, zijn toekomstige collega’s bij de Jeune Peinture Belge.

Hoewel Bertrand aanvankelijk werken in neutrale tinten schilderde, doordrenkt van animisme, nam hij hiervan al snel afstand en onderwierp de vormen aan verschillende veranderingen, steeds met de bedoeling het materiaal lichter te maken, met name door kleur en volume te laten varen ten gunste van grote vlakken en een geaccentueerde grafiek. Zich verzettend tegen de officiële kunst nam hij in 1940 samen met onder anderen Louis Van Lint en Anne Bonnet deel aan de eerste en enige manifestatie van de kortstondige groep La Route Libre. Het jaar erna werd dit experiment gevolgd door een dissidente tentoonstelling in het Paleis voor Schone Kunsten in Brussel, als reactie op de weigering om hen toe te laten tot de Brusselse Lentesalon. Onder de titel Apport kreeg men er werk te zien van kunstenaars als Anne Bonnet, Louis Van Lint en Rik Slabbinck. In 1942 nodigde Walter Schwarzenberg, de voormalige directeur van Galerie Le Centaure, hem uit voor zijn eerste solotentoonstelling in de Brusselse Galerie Dietrich. Twee jaar later organiseerde kunsthistoricus Robert L. Delevoy een solotentoonstelling voor hem in Galerie Apollo, eveneens in Brussel.