kindermeubelen

Kindermeubilair: schattig, speels en praktisch

Baby’s hebben altijd al een bed nodig gehad om in te slapen en kinderen stoelen om op te zitten. Door de eeuwen heen heeft de mens diverse meubelstukken gemaakt, waaronder wiegen die zowel functioneel als esthetisch waren, vooral als introductie van een pasgeboren kind aan de wereld. Toch werden pas in de 20e eeuw meubelstukken specifiek ontworpen voor kinderen, zoals de tentoonstelling L’enfance du design in het Centre Pompidou in Parijs laat zien.

TEKST: Anne Hustache

Ooit waren wiegen eenvoudige constructies van natuurlijke materialen zoals hout, riet of dierenhuiden, vaak opgehangen aan takken of plafonds, soms met schommelmogelijkheden. Later werden stevige, vrijstaande wiegen populair, vaak prachtig versierd, met symbolische en ceremoniële functies.

De kinderstoel, essentieel voor het voeden van kinderen, evolueerde ook door de tijd heen. Tegen het einde van de 18e en vooral in de 19e eeuw werden nieuwe pedagogische theorieën ontwikkeld, die de omgeving van het kind als educatief beschouwden. Maar pas in de 20e eeuw gingen ontwerpers de uitdaging aan om meubels te creëren die de verbeelding en het leervermogen van kinderen stimuleerden op een speelse manier, wat resulteerde in een bloeiende designdiscipine die tot op heden actief is.

1 PRIVILEGE VAN DE FARAO

Van de zes stoelen aangetroffen in het beroemde graf van Toetanchamon springt deze eruit, omdat hij vermoedelijk door de farao als kind is gebruikt. Toch lijkt niets erop te wijzen dat deze stoel de veronderstelde functie had. In plaats daarvan lijkt hij op een standaardstoel uit die periode, met de rugleuning licht gebogen naar achteren en de zitting aan de poten bevestigd met pen- en gatverbindingen. De gebruikte materialen zijn wel luxueus: ivoor, ebbenhout en verguld koper. De armen zijn versierd met bladgoud, met daarop afbeeldingen van steenbokken en woestijnplanten.

2 VOOR DE KLEINE JEZUS

Dit wiegje behoort tot een bijzonder type bekend als ‘Rust van Jezus’, vooral gebruikt in de Zuidelijke Nederlanden, van de tweede helft van de 15e tot het begin van de 16e eeuw, in zowel religieuze vrouwengemeenschappen als privéwoningen.