(Buiten)aardse schatten

(Buiten)aardse schatten

Sommige van de oudste kunst op aarde is niet door mensen gemaakt, maar door de tektonische krachten in onze aardbol, of in het heelal. Fossielen, mineralen en meteorieten horen thuis in elke collectie waar plaats is voor het aardse en het buitenaardse. COLLECT wijst wie zich op nieuw terrein begeeft de weg. TEKST: CELINE DE GEEST Versteende overblijfselen van uitgestorven dieren en planten, kristallijne stoffen die tot wel 4,4 miljard jaar oud kunnen zijn, en asteroïdendeeltjes die onze aarde aan duizenden kilometers per uur bereikt hebben. Al eeuwenlang worden ze gepassioneerd verzameld door liefhebbers, hobby-paleontologen en echte experts. De laatste jaren bereiken fossielen, mineralen en meteorieten evenwel ook de verzamelingen van kunstverzamelaars zonder oogkleppen. Dat bewees in mei ook de veiling Sculpted by Nature bij Christie’s London. Een maand lang kon men bieden op natuurlijk voorkomende geologische formaties, soms bijgesneden en gepolijst, vaak statig gemonteerd op een standaard, allemaal met een sculpturaal aura. De verkoop werd aangevoerd door twee ammonietspecimen met regenboogkleuren, een groep zeer dynamische zandsteenformaties die gogottes worden genoemd, en tal van fossiele plaquettes met resten van zeewezens en amfibieën. James Hyslop, het hoofd van de afdeling Science & Natural History bij Christie’s, geeft toe dat dit soort gefocuste veilingen bij hen een relatief recent fenomeen zijn: “We verkopen al jarenlang natuurhistorische objecten, maar dit soort op zichzelf staande verkopen doen we pas sinds 2016. Sindsdien zijn steeds meer verzamelaars van de kunstmarkt bij dit veld beland, overgewaaid uit de departementen Oudheden, Sieraden, Oude Meesterschilderijen en Hedendaags. In februari had onze meteorietenveiling Deep Impact vier keer zo veel deelnemers als vorig jaar.” De belangstelling groeit dus, en zoals in elk verzamelveld geldt hier dat kennis onontbeerlijk is. Goede documentatie kan een verzameling in waarde doen vermenigvuldigen. Het is dus niet minder dan gepast om te rade te gaan bij wie zich al jarenlang verdiept in natuurhistorisch schoons: de liefhebbers, hobby-paleontologen en experts. ˮ

Gogottes zijn minerale formaties die opvallen door hun expressieve verschijningsvormen. Door hun bleke kleur en poedervormige textuur werd ooit gedacht dat ze uit krijt zijn samengesteld maar in feite zijn ze het natuurlijke resultaat van calciumcarbonaatbinding met extreem fijne kwartskorrels. Dat mineraliseringsproces vergt ongeveer 30 miljoen jaar! De gogottes zijn enkel te vinden in het mineraalrijke water van Fontainebleau in Noord-Frankrijk en zijn internationaal bekend. Al aan het einde van de 17e eeuw waren ze gewild door de Franse adel. Lodewijk XIV was zelfs zo in de ban van deze natuurlijke formaties dat hij opgravingen liet doen in en rond de streek van Fontainebleau, en met de gevonden gogottes zijn paleisachtige tuinen versierde. Ook vandaag nog sieren die L’Encelade, Les Trois Fontaines en La Salle de Bal in Versailles. Het afgebeelde exemplaar (40,5 x 43 x 28cm) werd geveild voor € 23.000 bij Christie’s London. © Christie’s London.

Verzamelmania

De Gentse geoloog dr. Frank Gelaude verzamelt al 40 jaar fossielen en mineralen. Als voorzitter van Nautilus, een Belgisch-Nederlandse vereniging voor verzamelaars van fossielen en mineralen, organiseert hij jaarlijks een beurs met internationale standhouders. Regelmatig wordt hem gevraagd om verzamelingen in België, Nederland en Frankrijk naar waarde te schatten. Meestal determineert hij fossielen en mineralen, maar voor COLLECT determineerde hij ook de verzamelaars. Dr. Gelaude onderscheidt drie soorten. “Ten eerste zijn er de zoekende verzamelaars, die zelf naar groeves, stranden en akkers trekken. De tweede groep zijn de ‘preparateurs’, mensen die zich bezighouden met het schoonmaken, slijpen, ineen puzzelen, lijmen en monteren van vondsten. En dan zijn er de koop-verzamelaars, die je op beurzen en veilingen en in speciaalzaken ziet. Die laatste categorie heeft vaak een groter budget en een meer internationale collectie. De heilige graal voor verzamelaars uit de drie categorieën is iets nieuws te vinden, iets wat nog niet beschreven is.” Zo komen we meteen bij een eerste bepalende factor voor de prijs van een natuurwetenschappelijk object: de zeldzaamheid.

Geen plafond voor prijzen

Hoe zeldzamer een fossiel, mineraal of meteoriet, hoe hoger de commerciële waarde ervan. Dr. Gelaude vertelt dat er vrijwel geen plafond bestaat voor de prijzen die betaald worden voor zeer zeldzame vondsten. Denk bijvoorbeeld aan de dinosaurusskeletten waar in North-Dakota in de VS met grote teams naar gezocht wordt. “Het gaat over prijzen die musea niet meer kunnen betalen. De meeste van die topstukken belanden niet op beurzen of veilingen. Ze komen enkel boven water bij echtscheidingen of sterfgevallen, waarna ze rechtstreeks door andere verzamelaars opgekocht worden. Helaas wordt het wetenschappelijk onderzoek vaak overgeslagen bij die overdracht. Zij zijn immers geïnteresseerd in de context, de determinatie, en dat is vaak een zwak punt. Die topverzamelaars willen liever niet dat de vindplaats gekend wordt onder andere verzamelaars. Het zorgt voor een gewrongen verhouding, want de verzamelaars hebben de wetenschap wel nodig voor een correcte determinatie.” Net als in de kunstwereld is een goed gedocumenteerde afkomst doorslaggevend voor de waarde van een object. “Een ongedetermineerde steen zonder herkomst is zo goed als niets waard”, vertelt dr. Gelaude. Toch zal de waarde van mineralen, fossielen en meteorieten altijd voor een deel relatief blijven. Er is een belangrijk verschil tussen de waarde van objecten op een veiling, en de wetenschappelijke waarde, vertelt dr. Gelaude. “Sommige collecties zijn onbetaalbaar, maar hebben geen wetenschappelijk waarde. Die wetenschappelijke waarde is omgekeerd heel moeilijk in euro’s om te zetten. De commerciële waarde heeft veel te maken met vraag en aanbod. Ouderdom speelt daarin niet echt een rol. Een mammoetskelet is niet altijd heel oud, soms ‘slechts’ 20.000 jaar, maar het kan wel heel duur zijn. Een fossiel van 500 miljoen jaar oud daarentegen kan dan weer geen geld waard zijn.”

De meteorieten van Campo del Cielo (“Vallei van de Hemel”) werden voor het eerst beschreven door Spaanse ontdekkingsreizigers in Argentinië in 1576, duizenden jaren nadat ze op aarde geland waren. Het was een ‘Campo-meteoriet’ die als eerste meteoriet ooit tentoongesteld werd in een museum – het British Museum of Natural History – en een aantal grotere exemplaren kunnen nu nog in internationale musea teruggevonden worden. Enkele ervan hebben fijne regmaglypten (de vluchtmarkeringen die de atmosfeer van de aarde erin gebrand heeft). Campo del Cielo-meteorieten zijn ontstaan toen twee asteroïden met kosmische snelheid tegen elkaar botsten in de interplanetaire ruimte. Toen een groot stuk van een van deze asteroïden meer dan 4.000 jaar geleden de bovenste atmosfeer van de aarde trof, veroorzaakte de enorme druk een explosie in duizenden stukken. De grotere meteorieten sloegen met zo’n hoge snelheid op de grond dat er ten minste 26 inslagkraters ontstonden, de grootste zo breed als een voetbalveld. De afgebeelde meteoriet (39 x 28 x 26.5 cm, 66 kg) werd geveild voor € 35.000 bij Christie’s London. © Christie’s London.

Doggerland

Een van de bekendste Nederlandse verzamelaars is de paleontoloog en mammoetspecialist Dick Mol. Hij heeft tal van publicaties op zijn naam en werkte mee aan heel wat internationale expedities en natuurdocumentaires. Zijn specialiteit zijn resten van ijstijdzoogdieren, waarvoor de zuidelijke bocht van de Noordzee een heel belangrijke vindplaats is. En hij is niet alleen. Om een overzicht te bewaren van alles wat er gevonden wordt, onderhoudt hij een netwerk met enkele honderden verzamelaars. “Omdat Nederland zo laaggelegen is moeten we voortdurend onze kustlijn beschermen met sediment dat van de zeebodem opgevist wordt. Uitgerekend die sedimenten zijn in de ijstijd afgezet door de oer-Maas en de oer-Schelde, inclusief de kadavers van mammoeten en andere fauna. En dat is wat in Nederland massaal verzameld wordt, maar ook internationaal is er heel veel interesse in.” De vondsten die niet bijgehouden worden, komen bij handelaren terecht. Daarvan zijn er goede en minder goede, maar met stip vernoemt Dick Mol het bedrijf North Sea Fossils in Urk. “Al 30 jaar lang krijgen zij opgeviste objecten uit de Noordzee binnen. De zeldzame vondsten worden onderzocht en komen daarna bij verzamelaars zoals Dick Mol of bij musea zoals het Rijksmuseum der Oudheden in Leiden terecht. De aanpak is erg integer: North Sea Fossils werkt voor nieuwe vondsten steeds samen met onderzoekers en musea.“ Ook Dick Mol is verbonden met het Rijksmuseum der Oudheden. Zo hielp hij onder andere mee met de Doggerland tentoonstelling die er momenteel te zien is. Doggerland, dat is het verdwenen land tussen Groot-Brittannië en continentaal Europa, waar je tijdens de ijstijden gewoon overheen kon lopen. Het is één van de belangrijkste archeologische vindplaatsen van heel Europa. Recent heeft de nationale Nederlandse wetenschapsfinancier NWO een substantiële subsidie toegekend aan het onderzoek naar de archeologische en paleontologische vondsten uit de Noordzee. Die vondsten bevatten namelijk een schat aan informatie over jager-verzamelaars die in de periode tussen 20.000 en 6.000 jaar geleden het zuidelijke Noordzeegebied bewoonden. Het Doggerland-project en de bijhorende tentoonstelling is enkel mogelijk dankzij de inzet van de Nederlandse verzamelaars. Dr. Hans Peeters van de Rijksuniversiteit Groningen diende de aanvraag in voor het onderzoeksproject. Hij benadrukt dat de samenwerking met particuliere verzamelaars zo belangrijk is omdat enkel met genoeg onderzoeksmateriaal, en met innovatieve technieken, informatie te achterhalen valt die voorbij het anekdotische gaat. “De afgelopen jaren hebben we goede relaties opgebouwd met verzamelaars. Een belangrijke stap daarin was het aanleggen van de Tweede Maasvlakte in Rotterdam, die de uitbreiding van de haven mogelijk maakt. Toen is vrij snel besloten om een app te ontwikkelen waarmee mensen die iets vinden een melding kunnen maken. Specialisten bekijken de vondst en laten weten wat het was. Zo krijgen wij een zicht van wat zich in welke collectie bevindt. Willen we iets nader onderzoeken dan gebeurt dat in overleg met de verzamelaar, want hij of zij moet dan wel een stukje van de vondst willen afstaan.”

Een complexe grote miniatuur van elkaar kruisende roze elbaiet-toermalijn kristallen, met het hoogste kristal bedekt door een bol van ondoorzichtige sneeuwwitte kwartskristallen, overwoekerd met hyaliet. Het exemplaar is van een recent ontdekte Toermalijnedelsteen-bron in het mijndistrict van Coronel Murta in Minas Gerais, Brazilië. 5,6 × 5,8 × 6,0 cm. © Crystal Classics. Prijs: € 2.907.

Museumstuk

Net als bij kunstmusea wordt de basis van natuurwetenschappelijke musea heel vaak gevormd door een privécollectie. Ook na het ontstaan wordt de collectie dikwijls aangevuld met private schenkingen. Maar niet alles heeft museale waarde en veel collecties worden niet aanvaard omdat ze niet genoeg gedocumenteerd zijn, niet genoeg wetenschappelijke waarde hebben, of omdat het museum simpelweg niet genoeg ruimte heeft om alles te bewaren. Om te weten welke stukken het tot museumstuk kunnen schoppen gingen we om raad bij Luc Amkreutz, conservator van de collectie Prehistorie bij het Rijksmuseum van Oudheden in Leiden. “De stukken die belangrijk zijn voor de prehistorische collectie zijn van waarde dankzij de verhalen die ze vertellen. Visueel zijn ze soms niet zo indrukwekkend, maar de informatie die ze meedragen is dat wel. Een verzekeringsmaatschappij aan de andere kant zal niet achterovervallen van wat wij voor die vondsten doorgeven.” Toch is Doggerland een esthetisch aantrekkelijke tentoonstelling geworden, mede dankzij de door kunstenaars gemaakte reconstructies, replica’s en animaties. Amkreutz vertelt dat hij in het museum weleens het verwijt krijgt dat hij veel te veel in vitrines wil leggen. “Maar er zijn dan ook zo veel boeiende objecten, en veel mensen die graag willen dat hun bruikleen wordt opgenomen”, vertelt hij. “Soms wil je echt ergens mee uitpakken. We hebben bijvoorbeeld een prachtige vondst van 22 vuistbijlen, allemaal binnen twee dagen gevonden in Vlissingen, maar ze komen oorspronkelijk van voor de kusten van Engeland. Het zijn de meest succesvolle werktuigen uit anderhalf miljoen jaar menselijke geschiedenis, en wij hebben ze als moderne kunst gepresenteerd. Een stuk dat dan weer totaal uniek is, is een stukje van de schedel van Krijn, veertig- tot honderdduizend jaar oud en daarmee de eerste Nederlandse Neanderthaler. Of een stuk onderkaak van een edelhert, met een ingebedde vuurstenen pijlpunt, een echt stukje bevroren jacht. Zulke bijzonder zeldzame vondsten met grote wetenschappelijke waarde horen in het museum thuis.”

Buitenaards mooi

Op het vlak van museale collecties van fossielen, mineralen en meteorieten hoort het Museum voor Natuurwetenschappen in Brussel tot de absolute wereldtop. Onder meer dankzij een indrukwekkende kudde iguanodons in goede staat kan het museum zich meten met het British Museum of Natural History en het Smithsonian Instituut. Marleen De Ceukelaire, conservator van de geologische collecties, beheert de 30.000 mineralen die het museum bezit. 5.000 ervan zijn in België gevonden en 18 exemplaren zijn hier voor het eerst ontdekt en gedefinieerd. De Russische collectie mineralen en gesteenten – 800 specimens – is een schenking van kroonprins Willem van Oranje uit 1828. Een fractie van die mineralen wordt permanent tentoongesteld en is gratis te bekijken in de Mineralenzaal. Maar het is de collectie van 500 meteorieten die wellicht het meest waardevol is. Afhankelijk van hoeveel brokstukken tot één meteoriet gerekend worden, is deze collectie de grootste van Europa. Recent krijgt de verzameling er steeds meer Antarctische meteorieten bij door de recente Belgisch-Japanse expedities, vertelt De Ceukelaire. “Het pronkstuk is de 436 kilogram zware meteoriet ‘Mont-Dieu’, waarvan een 18 kilogram zwaar brokstuk in de Dinogalerij van het Museum tentoongesteld wordt. De meeste vragen die wij krijgen van verzamelaars gaan ook over meteorieten. In 99% van de gevallen moeten we hen teleurstellen: het brokstuk dat ze gevonden hebben is geen meteoriet, maar een stuk industrieel afval. “ “De echte meteorietverzamelaars vormen een exclusieve en concurrerende club”, vervolgt De Ceukelaire. “Het is een beetje een bizarre wereld, waar heel veel geld in omgaat. Deze verzamelaars reizen de wereld rond van zodra ze via interne kanalen horen dat er ergens een gevallen is. Hier in België worden meteorieten streng gemonitord door meetstations, maar meestal zijn ze opgebrand voordat ze de aarde bereiken. Standaard wordt voor de waarde van een gewone meteoriet 1 euro per gram gerekend. Maar voor meteorieten die een stuk van Mars of van de Maan zijn gaat dat naar 1.000 euro per gram. De waarde hangt af van de afkomst en het stadium van de meteoriet. Elke meteoriet is voor een stuk een voorloper van onze aarde. De waarde hangt af van of het uit de centrum of de rand van het heelal komt, en in welk stadium het zich bevindt.”

Dit exemplaar van gekristalliseerd malachiet, vaak primair malachiet genoemd, komt uit de historische stad Siegen in Noordrijn-Westfalen, Duitsland. De diep smaragdgroene naaldvormige kristallen van malachiet vormen rozetten in een goethiet-limonietstuk van roestig oker, oranje en chocoladebruin. 7,5 × 10,5 × 5,8 cm. © Crystal Classics. Prijs: € 4.991.

Het was tijdens een bezoek aan het Brusselse Museum voor Natuurwetenschappen dat Tom Costes als zesjarige verliefd werd op fossielen. Later ging hij helemaal overstag voor mineralen en vandaag werkt hij voor Crystal Classics, wereldwijd een van de meest gereputeerde mineraalhandelaren. Ze verkopen er zowel de laatste vondsten uit actieve mijngroeves als ‘klassieke’ mineralen uit historische collecties. Onder hun klanten rekenen ze vooral de absolute wereldtop van privéverzamelaars, naast natuurhistorische musea waaronder die van Londen, Parijs, Beirut en Houston. Sinds 2018 bevindt Tom Costes zich als huismineraloog op het snijvlak tussen wetenschap en handel. “Bij Crystal Classics zijn we aan de ene kant heel erg gespecialiseerd, we hebben een heel gedetailleerde collectie mineralen uit privégroeves in het Noorden van Engeland. Aan de andere kant kunnen we ook veel breder gaan en hebben we veel puur esthetisch belangrijke stukken. Ook de allerzeldzaamste objecten krijgen we hier wel eens binnen.” Die mineralen worden overal ter wereld rechtstreeks aangekocht worden bij mijnwerkers. Maar ook volledige collecties worden aangekocht, met daarin oude Europese en Britse stukken, die sinds het sluiten van heel wat mijnen als klassiekers beschouwd worden. “Een goed voorbeeld zijn de mijnen van Cornwall, die in de jaren tachtig onder Thatcher dicht moesten. Gezien er geen nieuwe stukken meer opgegraven worden zijn de mineralen uit Cornwall wereldwijd van grote waarde op de markt. Het aller-populairste Cornwall-mineraal is zonder twijfel liroconiet.”

Speculatie

Ook bij Crystal Classics is zeldzaamheid de belangrijkste waardebepaler, en daar speelt speculatie ook een rol in. Als voorbeeld geeft Tom Costes het mineraal plumbogumiet, voor het eerst ontdekt in Frankrijk in 1819. “De klassieke Engelse stukken van dat mineraal zijn heel duur. Een jaar of acht geleden begonnen er ook stukken uit China te komen. Hoe meer er kwamen, hoe sterker de waarde daalde: stukken die eerst 500 euro waard waren werden plots voor 30 euro verkocht. Alleen de echte topstukken hebben hun waarde behouden.” De grootte van een stuk is vreemd genoeg zelden een bepalende factor voor de waarde van een mineraal. Volgens Tom Costes is de markt voor echt grote stukken vrij beperkt en spreekt ze eerder de interieurverzamelaars aan, denk maar aan de grote kristallen die steeds vaker op de pagina’s van Architectural Digest verschijnen. Grotere stukken hebben ook het nadeel dat ze sneller beschadigingen oplopen, en die ruïneren de waarde van een stuk. Gevraagd naar de laatste trends noemt Costes kleurrijke nieuwe vondsten, uit Marrokko bijvoorbeeld. “In de omgeving van Midelt wordt daar veel vanadium gevonden, mineralen met feloranje hexagonale plaatjes op een witte achtergrond. Twintig tot dertig jaar geleden waren ze heel zeldzaam, maar ondertussen zijn ze veel betaalbaarder. Braziliaanse toermalijn doet het nog steeds goed, vroeger eerder de groen gekleurde stukken maar ondertussen is rood gewilder.” Of er nog veel onontdekte mineralen overblijven? Onmogelijk te voorspellen, volgens Tom Costes. “Eén of twee jaar geleden is er in Frankrijk naar verluidt een spectaculaire nieuwe vondst van goud gedaan. Hopelijk verdwijnt het zo snel mogelijk in musea, en geraakt het niet te snel verspreid, of nog veel erger, versmolten. Alles hangt af van de vinder.”

BEZOEKEN

North Sea Fossils Urk, Nederland www.northseafossils.com

Rijksmuseum voor Oudheden Rapenburg 28 2311 EW Leiden www.rmo.nl

Museum voor Natuurwetenschappen Vautierstraat 29 1000 Brussel www.naturalsciences.be

Ontdek de andere artikels uit het zomernummer hier of mis geen enkel nummer en abonneer je nu!