Olmeekse artefacten

De Olmeken

Moederbeschaving van Meso-Amerika

Met haar expressieve sculpturale stijl heeft de Olmeekse beschaving een krachtige stempel gedrukt op de culturele geschiedenis van het oude Mexico. Aan de hand van heel bijzondere, zeer diverse en soms ronduit unieke werken laat het Musée du Quai Branly, in Parijs, ons kennismaken met die fascinerende beschaving. We hebben er hier enkele voor u uitgelicht. 

TEKST: Anne Hustache

De term ‘Olmeeks’ (van ‘Olman’, het land van de rubber) verwijst enerzijds naar een archeologische cultuur (van ca. 1.200 tot ca. 400 v.C.), in een gebied bezuiden de kust van de Golf van Mexico, en anderzijds naar een zeer oude precolumbiaanse artistieke stijl, ontwikkeld door Olmeekse kunstenaars, maar die hen heeft overleefd en vervolgens model stond voor tal van andere Meso-Amerikaanse culturen.

De Olmeken (die zichzelf wellicht zo niet noemden) trof je aan in twee grote kerngebieden. De eerste specifieke kenmerken ontstonden omstreeks 1.500 v.C., in San Lorenzo: stedenbouwkundige organisatie, aarden piramiden en stenen sculpturen. Na de val van San Lorenzo (1.350 v.C.) nam La Venta de fakkel over. Daar zou de grootste piramide van Meso-Amerika verrijzen, groter dan die van Teotihuacán. In La Venta heeft men de eerste kleine sculpturen van jade aangetroffen. Omstreeks 475 v.C. werd dit gebied, om nog onbekende redenen, verlaten. Dat was meteen ook het einde van die cultuur.

Vanaf het tweede millennium had je nog andere, even complexe culturen, op plaatsen niet ver van de Olmeekse kerngebieden, maar het waren toch vooral de Olmeken die aan de basis lagen van bepaalde kenmerken die later hun weg zouden vinden naar andere indiaanse beschavingen. Denken we maar aan rituelen met offergaven, balspelen, een vorm van schrift en piramiden gebruikt als heiligdommen. De hele Olmeekse geschiedenis lang kwam het echter tot uitwisselingen met naburige culturen. Nadat ze zelf was verdwenen, zou de Olmeekse beschaving nog lang andere culturen beïnvloeden.

witruimte

De waarde van Olmeekse artefacten

COLLECT vroeg Dr. M.E. Berger (Docent aan de Faculteit Archeologie van de Universiteit leiden met een specialisatie Archeologisch erfgoed en Werelderfgoed) naar zijn expertise.

Welke zijn de richtlijnen in Europa over de handel van Olmeekse artefacten? 
De export van Olmeekse artefacten is net zoals bij andere Mexicaanse prekoloniale cultuurgoederen al sinds het midden van de 19e eeuw verboden bij Mexicaanse wet. Export van archeologica is alleen toegestaan mits de exporteur een exportvergunning heeft van het Nationaal Instituut voor Antropologie en Geschiedenis (Instituto Nacional de Antropologia e Historia). Desondanks hebben in anderhalve eeuw natuurlijk vele duizenden stukken illegaal het land verlaten. Veel van deze stukken zijn in particuliere handen gekomen, andere in museale collecties. Mexico was één van de initiatiefnemers van de bekende UNESCO 1970 conventie inzake illegale handel in culturele goederen. Ook de UNIDROIT conventie inzake gestolen of illegaal uitgevoerde cultuurobjecten is door Mexico geratificeerd. Zowel België als Nederland hebben UNESCO 1970 pas in 2009 geratificeerd. Dit betekent dan ook dat slechts díe objecten die na 2009 het land van herkomst hebben verlaten ook in Nederland en België illegaal zijn en niet verhandeld mogen worden.  Stukken die voor deze datum Mexico hebben verlaten, mogen verhandeld worden volgens de Belgische en Nederlandse wetgeving, maar hebben Mexico dus illegaal verlaten (tenzij zij een uitvoervergunning hadden). In de museale wereld wordt meestal UNESCO 1970 als richtdatum aangehouden. Dat wil zeggen dat stukken die zich voor 1970 in Europa bevonden, mogelijk kunnen worden verworven. Stukken die het land van herkomst daarna hebben verlaten, worden over het algemeen niet aangenomen. Musea bemiddelen dan vaak tussen eigenaar en ambassade over mogelijke repatriatie van de objecten.

In hoeverre wordt de wetenschappelijke wereld betrokken bij de handel?
Over het algemeen is er weinig contact tussen wetenschappers en handelaars, zeker in Nederland en België. Sommige handelaars zijn bereid mee te werken aan wetenschappelijk onderzoek, anderen houden zich ver van musea. Tegelijkertijd is er vanuit musea algemeen een zekere terughoudendheid om met handelaars te werken vanwege de angst dat het aankopen van prekoloniale Mexicaanse stukken leidt tot waardeverhoging en, dientengevolge, meer plundering van archeologische sites in het gebied.

Hoe schat u het aandeel in van vervalsingen op de markt?
Dat is moeilijk in te schatten, aangezien er zo veel materiaal op de markt is. Olmeeks materiaal wordt veel minder vervalst dan bijvoorbeeld materiaal van de bekende West-Mexicaanse Jalisco en Nayarit culturen. Desondanks zijn er genoeg vervalsingen bekend van Olmeekse artefacten. In een recent onderzoek in San Francisco toonde aan dat binnen de collectie van één museum, meer dan 90% van de stukken een vervalsing is. Klik hier voor meer achtergrond, ook over vervalsingen en de markt.

Bestaat er net zoals bij Afrikaans erfgoed een vraag naar teruggave?
Ja, zie bijvoorbeeld de Sotheby’s-zaak aangaande Maya-erfgoed, van vorig jaar. Klik hier voor meer informatie. En hier voor een vergelijkbare zaak uit 2013 bij hetzelfde veilinghuis.

witruimte

1. De hoogwaardigheidsbekleder

Groot hoofd nr. 4, monument 4, site van San Lorenzo-Tenochtitlan (Veracruz, Mexico), 1.200-900 v.C.. Basalt, 183 x 123 x 112 cm. Xalapa, Museo de Antropologica –Universidad Veracruzana.

Na de ontdekking van een reusachtig hoofd in 1862 begon men het belang van de Olmeekse beschaving in te zien. Tot nu toe zijn al 17 dergelijke sculpturen ontdekt, waaronder dit exemplaar, uit San Lorenzo, de eerste hoofdstad van de Olmeken in de vroege preklassieke periode (1.250-900 v.C.). Hoewel al die hoofden verschillend zijn, hebben ze toch een aantal gemeenschappelijke kenmerken: harmonische proporties, een soort helm, oorlinten, dikke lippen, een platte neus en een licht strabisme. Wellicht stellen ze hoogwaardigheidsbekleders voor. Dit exemplaar is opmerkelijk door de kwaliteit van de uitvoering.

 

 

2. De regengod

Zittend personage, monument 52, site van San Lorenzo-Tenochtitlan (Veracruz, Mexico), 1.200-600 v.C.. Basalt, 91,9 x 47,9 x 38,5 cm. Mexico, Museo nacional de Antropologia.

Hybride personages (mens/jaguar) kwamen veel voor in de Olmeekse cultuur. In dit geval is de gelaatsexpressie frappant. Het is het eerste wat opvalt bij dit zittende personage. Zijn gezicht is trouwens bovenmaats groot ten opzichte van de rest van zijn lichaam: een katachtige mond, wijd opengesperde ogen en een hoofddeksel versierd met diverse motieven. Wellicht is dit een afbeelding van de regengod. Die hypothese wordt nog versterkt door het feit dat de rug is uitgehold tot een regengoot en dat het beeld werd aangetroffen aan het begin van een stenen waterleiding. In de catalogus van de tentoonstelling staat dit te lezen: “De jaguar bekleedt een centrale plaats in de Olmeekse iconografie, met zijn kenmerkende trapeziumvormige muil, hangende mondhoeken, goed zichtbare hoektanden en vlezige bovenlip. Het belang van dit katachtige roofdier, niet alleen in de beeldende kunsten, maar ook in de kosmogonie van de volkeren die toen in dit gebied leefden, heeft ertoe geleid dat men die volkeren is gaan aanduiden met de naam ‘Tenecelome’ (in het Nahuatl betekent dat ‘zij die een jaguarmuil hebben’).ˮ

 

 

3. Wereld van de voorouders

Offergave, ensemble van 16 beeldjes en 6 kleine stèles, offergave 4, site van La Venta, 800-600 v.C., jade, graniet, serpentijn, beeldjes: 20 x 4 cm; bijlen: 27,6 x 4,2 cm. Mexico, Museo nacional de Antropologia. © D. R.

Offergaven, in de vorm van beeldjes, bijlen en andere artefacten, werden in grote aantallen aangetroffen op Olmeekse sites. Het geheel van deze offergave is een heus schouwspel: vijftien staande personages vormen een groep gericht naar een zestiende personage, in een ruimte afgebakend door replica’s van stèles. De personages lijken op elkaar, maar zijn niettemin verschillend. Gezien hun misvormde hoofd en hun katachtige mond denken sommige onderzoekers dat het hier mogelijk om een uitbeelding van de wereld van de voorouders gaat. 

 

 

4. Babyface

Hol beeldje van het type ‘babyface’, site van Tlapacoya (Mexico), vroege preklassieke periode (1.200-800 v.C.). Keramiek, 41,5 x 33 cm. Mexico, Museo Nacional de Antropologia.
© Instituto Nacional de Antropologia e historia de Mexico. © Foto: Jesus Valdovinos Alquicira

De beeldjes van het type ‘babyface’ behoren tot de meest fascinerende en bekoorlijke van de Olmeekse kunst. Ook op andere sites, buiten het woongebied van de Olmeken, werden er grote aantallen van ontdekt, zoals dit exemplaar, dat met zijn geheven arm een bijzonder dynamische indruk maakt. Hoewel blijkbaar geïnspireerd op jonge kinderen zijn ze van een onbestemde leeftijd en vertonen ze doorgaans geen geslachtskenmerken. Wat stellen ze voor? ‘Kinderen van de jaguar’, geboren uit de vereniging tussen een vrouw en een bovennatuurlijk roofdier? Aangezien ze werden aangetroffen in graven, naast skeletten, zou het kunnen dat ze dienden als ‘zetel’ voor de ziel en de belofte van wedergeboorte, in een samenleving die geloofde dat de ziel van een persoon overging in een van zijn directe afstammelingen.

 

 

5. Jade maiskolf

Perforator, Olmeekse cultuur, midden preklassieke periode, 900-600 v.C.. Jade, 10,5 cm hoog. Sotheby’s, Parijs, 30-10-2019.
© Sotheby’s, € 187.500.

Ook dit stuk getuigt van de alomtegenwoordigheid van de jaguar-mens in de Olmeekse mythologie en iconografie. De jaguar werd vereerd als het machtigste dier uit de dierenwereld en werd ook geassocieerd met fysieke macht, politieke macht en zelfs goddelijke macht. Deze perforator stelt een jaguar-mens voor die uit een maiskolf komt. In het heft zat oorspronkelijk een kegelvormig lemmet. Dit object werd wellicht gebruikt bij rituele aderlatingen, het offeren van een heilig levenssap, als boetedoening en zuivering. Bij de Olmeken was dit een van de belangrijkste rituelen, ook in ere gehouden gedurende de hele Maya-periode. Het werd ook gezien als het offeren van figuurlijk voedsel aan de Aarde, om een goede oogst af te smeken. De bij zo’n aderlating gebruikte artefacten waren gemaakt van natuurlijke materialen (zoals de angel van een rog of een haaientand). Dit exemplaar is van jade, een kostbaar materiaal van een grote symbolische waarde.

 

 

6. Op zoek naar de overleden vader

Huaxteekse jongeling, beeld van een staande jongeman met een personage op zijn rug, site van Tamohi (San Luis Potosi, Mexico), 1.000-1.521 n.C. Zandsteen. 144 x 39,4 x 17,8 cm. Mexico, Museo nacional de Antropologia. © Instituto Nacional de Antropologia e historia de Mexico.

De Olmeken waren de uitvinders van de monumentale beeldhouwkunst. De meeste van hun sculpturen stellen mensen voor, of figuren met bovennatuurlijke attributen. Die leren ons veel over hun geloof, hun rituelen en hun politieke bestel. Die sculpturale traditie werd overgenomen en voortgezet door hun buren, onder meer de Huaxteken, in het noorden van de staat Veracruz. Het volkomen naakte lichaam van deze jongeling is versierd met symbolen. Sommige stellen jade (symbool van het kostbare) voor, andere maiskolven (symbool van de vruchtbaarheid). Het zou dus een belichaming van de god van de mais kunnen zijn. De intrinsieke originaliteit van deze merkwaardige sculptuur zit hem in de kleine menselijke figuur die hij op zijn rug draagt, als een kind. Een mythe vertelt hoe de god van de mais op zoek ging naar zijn overleden vader, in het rijk van de god van de donder, om hem weer tot leven te wekken … 

 

 

7. Gebroken vrouw

De ‘gebroken vrouw’, archeologische site van Tamtoc (San Luis Potosi, Mexico), ca. 200 n.C. Zandsteen, 107 x 52 x 25 cm. Staat San Luis Potosi. © Instituto Nacional de Antropologia e historia de Mexico. © Foto: Sergio Antonio Ortiz Suarez.

Door een hele reeks eigen culturele kenmerken hebben de Olmeken de grondslag van de Meso-Amerikaanse identiteit gelegd. Toch waren ze niet de enigen. Vóór hen waren er al anderen en de Olmeken werden ook beïnvloed door uitwisselingen met hun buren. In het gebied had je een verzameling van volkeren die vóór de komst van de Spanjaarden heel wat crisissen en bloeitijden hebben beleefd. Deze ‘gebroken vrouw’ is daar een getuigenis van: ze werd bewust gebroken en neergelegd op de bodem van een bekken, aangelegd rond een bron. Daarboven bevond zich een bas-reliëf ‘van de priesteres’. Dit artefact dateert van een hele tijd na de ondergang van de Olmeekse beschaving. Het is opvallend dynamisch, sensueel en fijn bewerkt.

 

 

8. Ontstaan van het schrift

Stèle met staande leider in bas-reliëf, stèle 6, site van Cerro de Las Mesas (Veracruz, Mexico), 467-468 n.C., 165 x 73 x 34 cm. Xalapa, Museo de Antropologia – Universidad Veracruzana.

Deze stèle, die dateert van een hele tijd na de ondergang van de Olmeekse beschaving, bewijst dat die een fundamentele invloed had op het ontstaan van het schrift. Rond een rijkelijk versierd personage zien we enerzijds een datum, ingekerfd in een zuil, en anderzijds gliefen (tekens ingekerfd in steen), beschouwd als behorend tot het ‘epi-Olmeekse’ schrift (van de cultuur ontstaan na de Olmeken, van 300 v.C. tot 250 n.C.), in de regio Veracruz. Vóór de uitvinding van het schrift beeldden de Olmeken hun concepten en mythen uit aan de hand van sculpturen, waarvan de symboliek voor ons moeilijk te doorgronden is, maar die duidelijk was voor de Olmeken en hun buren, die een reeks fundamentele principes met hen deelden. Uit de Olmeekse stijl ontstonden tekens, een soort voorloper van het schrift, waarmee ze ideeën konden uitdrukken, ondanks de verschillende talen.

BEZOEKEN
‘Les Olmèques et les Cultures du Golfe du Mexique’
Musée du Quai Branly
www.quaibranly.fr
09-10 t/m 25-07

 

 

 

Meer lezen? Ontdek de andere artikelen uit het oktobernummer hier of mis geen enkel nummer en word nu abonnee!