Exclusief interview met Fernando Botero

Fernando Botero

De Colombiaanse kunstenaar Fernando Botero staat wereldwijd bekend om zijn figuren met weelderige vormen. Zijn oeuvre is het resultaat van een heel eigen visie, waarvan hij meer dan zeventig jaar geleden de grondslag legde. Straks houdt het BAM, in Bergen, als eerste Belgische museum een overzichtstentoonstelling over zijn werk. COLLECT had een exclusief gesprek met de kunstenaar, dat meteen ook de stereotiepe opvattingen over zijn oeuvre naar de prullenmand verwijst.

Tekst: Christophe Dosogne

Cecilia Braschi, de curator van de tentoonstelling in Bergen: “Het oeuvre van Botero is tegelijk toegankelijk en geïnspireerd op de kunst van alle tijden. Het biedt een vertrouwde, milde of ironische kijk op de samenleving in al haar facetten. Dat weerhoudt hem er evenwel niet van geregeld ook het geweld en het onrecht van zijn tijd aan de kaak te stellen.ˮ Deze tentoonstelling laat zien hoe hij met zijn nochtans zeer persoonlijke en specifieke oeuvre een universele en toegankelijke stijl hanteert, met een mix van elementen uit de volksculturen en intellectuele elementen, Latijns-Amerikaanse en Europese referenties, en altijd weer in een dialoog met de artistieke bewegingen van zijn tijd. De in 1932 in Medellin geboren Fernando Botero werd in zijn jeugd geïnspireerd door oude kunst: de schilderijen en sculpturen in de katholieke kerken, de precolumbiaanse kunst en de volkskunst van zijn land. In 1951 hield hij zijn eerste tentoonstelling. Het jaar erna reisde hij met een groep collega’s door Europa. Vanaf dan begon hij de eigentijdse kunst te bestuderen. Sindsdien heeft hij een heel apart universum gecreëerd, waar alles rond en volumineus is, zowel mensen, dieren en planten als objecten. Die vervormingen lijken een manier om het tweedimensionale van de schilderkunst te omzeilen en er tegelijk ook een sensuele invulling en iets monumentaals aan te geven. Zijn kijk op schilderkunst is sterk beïnvloed door de schilderkunst uit de Italiaanse Renaissance, met name Giotto di Bondone, Paolo Uccello, Masaccio en Piero della Francesca. Maar wat denkt de kunstenaar zelf van die analyse? *

Fernando Botero, La Fornarina. naar Raphaël, 2008, olieverf op doek, 198 x 143 cm. Privé collectie. © Fernando Botero

COLLECT: U zei ooit: “Ik geloof in het belang van roots in het oeuvre van een kunstenaar. Dat ‘iets’ uit het vaderland.ˮ Men zegt vaak van uw werk dat het de invloed van de precolumbiaanse kunst en de Mexicaanse muurschilderkunst verraadt, maar ook van de Europese kunst uit de Renaissance. In hoeverre waren die bepalend voor uw artistieke persoonlijkheid?

De belangrijkste inspiratiebron voor mijn werk is het Italiaanse Quattrocento, waar ik in 1952 kennis mee maakte, toen ik als 19-jarige studeerde in Madrid. In de etalage van een boekhandel zag ik voor de allereerste keer een afbeelding van een schilderij van Piero della Francesca. Ik was meteen gefascineerd door de schoonheid en de kracht van het schilderij. Ik besliste naar Florence te reizen, waar ik uiteindelijk twee jaar zou verblijven. Ik bestudeerde er de werken van de kunstenaars uit de Renaissance, ook in de boeken van Bernard Berenson en Roberto Longhi. Hoewel mijn fascinatie voor volumes enigszins intuïtief is, stamt ze grotendeels uit die periode van mijn leven. Voor mij schuilen de schoonheid en de sensualiteit van de kunst in het volume. Mijn oeuvre is een wereld van volumes, waar elk object, elke persoon, vrucht of landschap wordt geschilderd met hetzelfde gebaar, dezelfde intentie. Jaren later, toen ik 23 was, reisde ik naar Mexico. Net als veel jonge Latijns-Amerikaanse kunstenaars in die tijd werd ik aangetrokken door de muurschilderkunst. Toch was ik ontgoocheld door wat ik te zien kreeg, omdat ik al met eigen ogen de fresco’s van de grote meesters uit het Quattrocento had gezien. Wat wel indruk maakte op mij was het onderwerp van de Mexicaanse kunst. Die kunstenaars waren de eersten die zich toespitsten op hun eigen realiteit en daar een geslaagde plastische uitbeelding van wisten te maken. Zo kon ik me toespitsen op mijn eigen verleden, mijn roots en mijn realiteit, en daar het hoofdthema van mijn werk van maken. Mijn stijl en techniek zijn universeel, geworteld in de grote artistieke tradities van het verleden. Mijn onderwerp is echter lokaal, geïnspireerd door de herinneringen aan mijn kinderjaren op het Colombiaanse platteland. Wil kunst universeel zijn, dan moet ze eerst en vooral lokaal zijn.

Kaartspelers, 1986, olieverf op doek, 150.5 x 188.6 cm. Christie’s, New York, 13-11-2020. Christie’s Images Ltd. $ 1.650.000 ( € 1.395.081).

In een interview in The Huffington Post, in maart 2015, zei u: “Van meet af aan koesterde ik een intuïtieve belangstelling voor buitensporig grote formaten.ˮ Hoe verklaart u dat?

Ik weet echt niet waar die belangstelling vandaan komt. Toch merk je die al heel duidelijk in sommige van mijn eerste werken, zoals de illustraties die ik op 16-jarige leeftijd creëerde voor een lokale krant, en in de aquarel Huilende vrouw, die ik schilderde toen ik 17 was. Hoewel mijn werk al een sterke neiging tot het volumineuze vertoonde, kon ik dankzij de ontdekking van het Quattrocento die belangstelling rationaliseren en mijn oeuvre een intellectuele grondslag geven. Eigenlijk is kunst, ongeacht de kunstenaar, altijd een overdrijving, zowel wat de kleur, de vorm als het onderwerp betreft. Zo heb ik dat toch altijd aangevoeld.

 

Pablo Picasso

 

Een andere belangrijke invloed blijkt de neoklassieke Picasso uit de jaren 1920 te zijn geweest. Op de tentoonstelling in het Hôtel de Caumont, in Aix-en-Provence, in 2017, ging uw werk een dialoog aan met dat van de Andalusische meester. Is er inderdaad sprake van verwantschap?

Eigenlijk was Pablo Picasso nooit echt een grote inspiratiebron voor mijn werk, behalve misschien een korte tijd, toen mijn belangstelling werd ingegeven door jeugdige nieuwsgierigheid. In vergelijking met het werk van de grote Italiaanse meesters van de 15e eeuw was ik eigenlijk nogal ontgoocheld door zijn werk. De rijkdom, de complexiteit van de stijl van een kunstenaar begint met de meesters die hij bewondert en op wie hij zich inspireert. In mijn geval waren dat vooral de kunstenaars van de Italiaanse Renaissance.

De straat, 2000, olieverf op doek, 205 x 128 cm. © Fernando Botero

In het BAM begint straks uw eerste overzichtstentoonstelling in België, het land van Peter Paul Rubens. Kunt u wat meer zeggen over uw relatie met het werk van deze kunstenaar? Inspireert België u?

Rubens is natuurlijk een kunstenaar die ik bewonder. In 2005 heb ik een portret van hem en zijn vrouw Hélène Fourment geschilderd. Toch heeft hij niet echt mijn werk beïnvloed, en de Belgische kunst al evenmin. Het grootste deel van mijn leven heb ik doorgebracht buiten mijn vaderland, waarvan dertien jaar in de Verenigde Staten en de rest in Europa. Toch blijf ik in mijn hart nog altijd erg gehecht aan Colombia. Nu ik 89 ben, reis ik niet meer naar het buitenland, maar ik heb nog steeds een nauwe band met mijn land. Mijn onderwerpen zijn geïnspireerd op jeugdherinneringen, in het Medellin van de jaren 1930 en 1940. Het doet er niet toe waar ik woon, ik schilder het Latijns-Amerika dat ik heb gekend als kind. De kleuren, de sfeer, de bewoners en de landschappen ervan geef ik gestalte in mijn werken met olieverf, waterverf, pastel of in tekeningen. Tekenen is voor mij van groot belang. Het is bijna de kern van de zaak, omdat de identiteit van de schilder erin tot uiting komt. Het is de belichaming van zijn stijl, zijn overtuiging. De kleur wordt er alleen maar aan toegevoegd.

 

In de loop van uw leven heeft u een groot aantal kunstwerken verzameld. In 2000 heeft u die geschonken aan de steden Bogotá en Medellin. Koestert u nog altijd die passie? 

Nee, ik verzamel niet meer. Ik heb meer dan 35 jaar lang werken verzameld, onder meer van tal van impressionisten, Picasso, Bacon, Moor, Dalí, Beckmann, Max Ernst en nog veel anderen. In 2000 besliste ik mijn volledige collectie, waaronder meer dan tweehonderd eigen werken, te schenken aan twee Colombiaanse musea: het Museo Botero in Bogotá en het Museo de Antioquia in Medellin. Ik heb ook 24 monumentale sculpturen geschonken. Het was de beste beslissing van mijn leven. Ik voelde me dolgelukkig.

 

U bent een geëngageerde kunstenaar, die al herhaaldelijk het onrecht in de wereld heeft aangeklaagd. Wat is uw kijk op de wereld van vandaag?

Wat er nu gebeurt in de wereld is een ramp op alle niveaus, de politiek, de klimaatverandering, de humanitaire crisis, migratie… In de kunstwereld is het evenwel nog erger. De kunst heeft nu haar laagste niveau uit de hele geschiedenis bereikt.

 

Zittende vrouw, 1997, olieverf op doek, 134 x 92 cm. Privécollectie. © Fernando Botero.

 

* met dank aan Lina Botero voor haar medewerking!

 

Bezoeken

Fernando Botero, au-delà des formes
BAM
Bergen
www.bam.mons.be
09-10 t/m 30-01-2022

Ontdek de andere artikels uit het oktobernummer hier of mis geen enkel nummer en abonneer je nu!