Het glas van de keizer

Het glas van de keizer, dialoog tussen Oost en West

Wanneer de Franse Jezuïeten rond 1685 aankomen in China – een eeuw na de Portugezen – hebben ze een duidelijke missie: de bevolking onderwijzen in wetenschap en cultuur. Ze presenteren aan keizer Kangxi ook de Europese glastechniek. Het is het begin van een Chinese fascinatie die resulteert in een bijzondere glasproductie.

TEKST: ELENA LOMBARDO

Op het eerste zicht lijkt het kleine gele dekseldoosje uit de collectie van Kunstenmuseum Den Haag niet meer bijzonder dan de andere dekseldoosjes in het museum. Niets is minder waar. Dit exemplaar werd in de Verboden Stad in Beijing gemaakt in keizerlijk Chinees glas en wordt gedateerd rond 1700. Het zijn de beginjaren van de Qing-glastraditie, een synergie tussen Chinees en Europees glas. Toen Kangxi, de derde keizer (regeerperiode 1661-1722) van de Qing-dynastie de Europese methoden voor glasbereiding leerde kennen, raakte hij volledig in de ban. In 1696 liet hij een keizerlijke glaswerkplaats oprichten in de Verboden Stad, onder leiding van de Jezuïet, missionaris en glasmaker Kilian Stumpf (1655-1720). In tegenstelling tot de Europeanen, gingen de Chinezen geen typisch transparant glas maken. De Europese glasmethoden worden gebruikt voor de imitatie van waardevolle materialen als agaat, bergkristal, granaat, jade, marmer of porselein. Vandaag heeft het Paleismuseum in de Verboden Stad nog steeds de grootste collectie Chinees glas uit de Qing-dynastie (1644-1912) ter wereld, ruim 3.700 stuks. Maar deze zijn grotendeels te dateren uit de perioden van keizers na Kangxi. Om lacunes in de collectie op te vullen en objecten buiten de Verboden Stad in kaart te brengen maakt glasexpert Dr. Shelly Xue, professor aan het Shanghai Institute of Visual Arts en adjunct curator bij het Corning Museum of Glass (New York), er haar levenswerk van om wereldwijd onderzoek te doen naar Chinees glas buiten China. Drie jaar geleden bezocht ze Kunstmuseum Den Haag en was ze onder de indruk van diens bescheiden glascollectie. Vandaag zet het museum twintig stuks uit haar collectie in de kijker in de mini-tentoonstelling ‘Chinees glas. Een keizerlijke schat’. De ideale gelegenheid om met Dr. Shelly Xue in gesprek te gaan over haar onderzoek, de rariteit van de vroeg Chinese glasproductie en haar passie voor de werken uit de Qing-dynastie.

Dekseldoosje, China, keizerlijke werkplaats Beijing, Kangxi-periode, 1696-1722. Glas, diameter: 4,5 cm. © Kunstmuseum Den Haag.
Dialoog tussen West en Oost

“Qing-glas is een unieke kunstvorm, omdat het een dialoog tussen de Aziatische en Europese cultuur vormt. Het is geen imitatie van Europees glas, maar grotendeels geïnspireerd door het Chinese porselein in termen van vorm, kleur en decoratie. Ook de technieken om het glas te etsen, komend uit de techniek van camee (de graveertechniek van edelstenen als jade), werden in de Qing dynastie op Chinees glas toegepast,” vertelt Dr. Shelly Xue. Hoewel er tijdens de Zhou-dynastie (1046-256 v.C.) glaskralen werden gemaakt die dienden als rituele en begrafenisobjecten, en de Tang dynastie (618-907) een rijke Boeddhistische glascultuur kende, werd glas altijd als een vreemd materiaal beschouwd in China. Ze verkozen om objecten te maken in andere materialen als jade en keramiek. Wanneer Kangxi aan de macht kwam en de politieke funderingen van de Qing-dynastie legde, konden de kunsten, de wetenschap en ambachten floreren. Gedurende de hele Qing-dynastie is glas een kostbaar materiaal en luxe item. De productie ervan was bestemd voor de keizerlijke familie. In de Keizerlijke werkplaats werden objecten gemaakt als vazen, schalen, kopjes, plantenpotten, geurbranders, hulpmiddelen voor geleerden, en snuifdoosjes. “In het begin was er een grote interesse in het typische doorzichtige kleurloze Europese glas en was deze invloed voelbaar in de glasproductie. Men gaat transparant glas maken, zoals bijvoorbeeld visbokalen ten tijde van Kangxi. Als snel zouden Chinese ambachtslui minder interesse tonen en de voorkeur geven aan ondoorzichtig glas of glas dat porselein en edelstenen als jade, lapis lazuli, robijn, saffier of agaat konden nabootsen.” Het Qing-glas zou al snel de ideeën van de traditionele Chinese kunstambacht volgen: de traditionele Chinese vormen, kleuren en decoraties kwamen er op vraag van de keizers in terug. Onder de zesde Qing-keizer, Qianlong (regeerperiode 1736-1795), kwam de Chinese glastechniek tot zijn hoogtepunt en beleefde het Qing-glas een gouden eeuw. Het is een periode die beter verspreid en gedocumenteerd is dan de vroege periode onder zijn voorgangers Kangxi en Yongzheng (regeerperiode 1722-1735).

Snuifflesje, China, 19e eeuw, glas, hoogte: 7,4 cm. © Kunstmuseum Den Haag.
Europese verzamelingen

Het Paleismuseum heeft de grootste collectie Qing-glas ter wereld, maar ook verschillende Europese musea hebben stukken gaande van enkele exemplaren tot honderden stuks. Onder hen: British Museum, Victoria & Albert Museum, Musée des Arts Décoratifs in Parijs en Kunstmuseum Den Haag. Dr. Shelly Xue bestudeerde in Den Haag tevens de privécollectie van de Duitse professor Peter Plesch (1918-2013) via zijn dochter Benita Plesch. Het is immers via verzamelaars dat het Chinese glas doorheen de eeuwen heen in Europa is terecht gekomen. “Privéverzamelingen vormen voor vele musea de basis van hun collectie Chinees glas. Deze verzamelaars waren zowel liefhebbers van het medium of de Chinese kunst in het algemeen (George Eumorfopoulos (1863-1939), Stephan Wootton Bushell (1844-1908)), algemene verzamelaars van glas (Wilfred Buckley, 1873-1933) of gespecialiseerde verzamelaars (Henry Robert Burrows-Abbey (1872-1949), dr. Carl Kempe (1844-1967)) wiens collecties verschillende honderden stuks aan Chinees glas telden. Toch is veel minder Qing-glas in Europa te vinden dan pakweg stukken in keramiek, jade of brons, dat altijd populairder is geweest. Glas werd vaak als een gebruiksvoorwerp gezien en men schonk er minder aandacht aan. In de vorige eeuw schonken musea nog steeds minder aandacht aan glas dan aan keramiek. Van het vroege Qing-glas – de stukken vervaardigd onder Kangxi en Yongzheng – beschikken Europese musea dan weer wel over ruim 100 stuks. Het Paleismuseum in Peking telt slechts enkele stukken.” Weinig glas uit de periode van deze twee keizers heeft de tand des tijds doorstaan, onder meer door glasziekte, een afbraakproces door een onevenwicht in de gebruikte ingrediënten. Het zijn daarom uiterst zeldzame stukken. Een van de topstukken uit deze periode bevindt zich in het Kunstmuseum Den Haag: het dekseldoosje in opaak wit glas dat porselein imiteert. Gedecoreerd met ‘falangcai’, oftewel ‘email kleuren’, heeft het aan de onderkant het blauwe merk van keizer Kangxi, ‘Kangxi Yuzhi’ (gemaakt op keizerlijk bevel van Kangxi). De royale gele kleur van het doosje verwijst naar de kleur van de keizer. Dr. Shelly Xue: “In de 18e eeuw, onder Kangxi, Yongzheng en met als hoogtepunt Qianlong, werd er aan het keizerlijk hof voornamelijk geëmailleerd glas gemaakt. Slechts 500 stuks zijn er toen gemaakt, omdat de techniek om met emailverf te decoreren complex was en veel tijd en ervaring vroeg. Een groot deel van deze stukken zijn vandaag verdwenen. Het doosje in Den Haag is daarom een belangrijke schakel in het onderzoek naar deze productie.”

Glasobject van een tijger, China, s.d., glas, breedte: 3,2 cm. © Kunstmuseum Den Haag.
Liefde bij privéverzamelaars

Reeds in de 18e eeuw werden liefhebbers betoverd door het Chinese glas en brachten reizigers stukken mee naar Europa. Ook vandaag blijven verzamelaars zoeken naar Qing-glas. Dr. Shelly Xue: “Er is op de kunstmarkt natuurlijk veel minder Chinees glas te vinden dan keramiek, maar toch komt men het op veilingen tegen. Chinees glas is een unieke kunstvorm die de dialoog tussen landen en culturen in het Westen en Oosten belichaamt. Dit is waarschijnlijk een van de redenen waarom zowel Chinese als Westelijke verzamelaars nog steeds een grote interesse tonen. Hoewel de techniek van het glasblazen en het email decoreren van glas uit Europa kwam, is het succes van het keizerlijke Qing-glas te danken aan het feit dat het Chinese ambacht en stijl incorporeerde. Door zijn bijzonderheid, heb ik altijd een passie gehad voor het Chinese Qing-glas. Ik ben zelf ook glaskunstenares en in de kunstpraktijk denk ik altijd aan het gebruik van glas als expressief medium in de menselijke geschiedenis. Deze gedachten wekken voortdurend mijn enthousiasme op voor historisch onderzoek. Het onderzoek naar het Chinese glas blijft doorgaan en er zijn nog steeds verschillende lacunes, daarom onderzoek ik momenteel 19e-eeuws Chinees glas in Europese musea.”

Snuifflesje, China, 18e-19e eeuw, glas, hoogte: 7,1 cm. © Kunstmuseum Den Haag.

 

Qing-glas op de kunstmarkt

Rob Michiels houdt vier keer per jaar een Aziatische veiling in Brugge.

Hoe vaak komt Qing-glas op de markt? “Chinees glas uit de Qing-dynastie komt regelmatig op de markt, maar dan vooral in de vorm van snuifflesjes. Deze waren erg populair, nadat Kangxi snuiftabak als vervanging tot roken verkoos. Gebruiksvoorwerpen, zoals kommen of vazen, zijn veel zeldzamer. Over het algemeen is glas op de markt duidelijk minder gewaardeerd dan z’n fragiele evenknie, porselein. Enerzijds omdat er minder verzamelaars zijn dan voor porselein, anderzijds ook omdat de objecten meestal kleiner zijn. Een goed voorbeeld om te vergelijken zijn deze penselen wassers, alle drie Qianlong gemerkt. In 2017 verkochten we er eentje in celadon-keramiek voor € 51.000. Datzelfde jaar ging er een bij Christie’s onder de hamer voor min of meer dezelfde prijs (HKD 500.000). Een glazen variant die het groene celadon imiteert, werd in 2018 bij Sotheby’s verkocht voor 11,250 GBP. Er zijn weinig grotere voorwerpen gemaakt in glas. Gangbare prijzen voor een 18e-eeuwse kom uit de imperial glassworks liggen tussen de € 10.000 en 20.000, vergelijkbaar met vazen tot 20 cm. Grotere vazen zullen wat meer opbrengen.

Wie zijn de verzamelaars? Chinese kunst kent vele verzamelaars. Een belangrijk groep zijn Chinese ’nieuwe rijken’, die met privémusea de geschiedenis van hun land willen eren. Toch is Chinees glas in deze laag nog veel minder doorgesijpeld dan porselein of schilderkunst. Zo zijn er best nog veel competitieve Europese en Amerikaanse verzamelaars, die de kennis en middelen in huis hebben om te wedijveren met hun Chinese concullega’s.

Hoe herken je Chinees glas op de markt? Chinees glas herkennen is erg moeilijk. Door de hardheid van het materiaal zijn ook keizerlijke merken op glas niet altijd de meest elegante. Chinese kunst kenmerkt zich door de eeuwen heen door imitatie, en dat is nu ook nog altijd bezig. Belangrijke indicatoren zijn de kwaliteit van uitvoering, de puurheid van het glas, de manier waarop het glas is gemaakt en de natuurlijke slijtage. Natuurlijke slijtage is een proces dat moeilijk gekopieerd kan worden. Moderne kopieën bestaan vaak uit geperst glas, waarbij soms een naad lichtjes zichtbaar is, maar vaak ook de algemene kwaliteit iets lager ligt. Bovendien is het moeilijk om een vorm exact te kopiëren. Vergelijken met gekende exemplaren loont bij het authenticeren dus zeker de moeite.
Rob Michiels, www.rm-auctions.com, 13-03

Ook op de Nederlandse markt komt men af en toe Chinees glas tegen. In 2012 veilde het Zeeuws Veilinghuis een 19e-eeuwse Peking glazen vaas voor € 24.000. René Visser: “De koper hiervan was Chinees. Ik vermoed dat het net als bij Chinees porselein voornamelijk Chinese verzamelaars zijn die hier het meeste voor betalen.” Zeeuws Veilinghuis, www.zeeuwsveilinghuis.nl, 09-06

 

BEZOEKEN
‘Chinees glas. Een keizerlijke schat’, Kunstmuseum Den Haag, www.kunstmuseum.nl

LEZEN
Shelly Xue, The Investigation of Qing dynasty Chinese Glass in European countries, Trans- actions of the Oriental Cermaic Socitey, 2020, Vol.83, pp 31-42.

 

Ontdek de andere artikels uit het februarinummer hier of mis geen enkel nummer en abonneer je nu!